Zomer 1939. Rachel Kramer is met haar vader op reis naar Duitsland als ze een geheimzinnige hulpvraag ontvangt van een vriendin met wie ze geen contact meer heeft. Kristine is getrouwd met SS-officier Gerhardt Schlick en ziet hoe de situatie in Duitsland steeds dreigender wordt. Ze is bang voor haar man, die hun dochtertje Amelie - doof vanaf haar geboorte - beschouwt als een smet in zijn Arische bloedlijn.
Gerhardt Schlick begint Rachel het hof te maken, maar ze weet dat hij gevaarlijk is. Ze vreest dat haar vader, een vooraanstaand wetenschapper in de eugenetica, op de hoogte is van Hitlers plannen voor mensen als Amelie, die het regime het leven onwaardig acht.
Inmiddels jaagt de SS op Rachel. Ze wendt zich tot Jason Young, een gedreven Amerikaanse journalist. Rachel en Jason handelen op het scherpst van de snede, waarbij ze voortdurend hun leven riskeren voor mensen die ze nauwelijks kennen, maar van wie ze steeds meer gaan houden.