In de zomer van 2000 gaat Anita een jaar werken in het Palestijnse dorp Beit Jalain een tehuis voor gehandicapte kinderen. Ze maakt de rellen mee die het beginmarkeren van de Tweede Intifada (Palestijnse volksopstand). Het leven in hetdorp wordt steeds meer gedomineerd door beschietingen en andere gevolgenvan de Intifada. Ze maakt gevaarlijke en beangstigende situaties mee. Eenlichtpuntje is haar contact met Daoed, een Palestijnse dorpsgenoot. Ze doethaar best om niet verliefd te worden. Hoewel hun band steeds hechter wordt,durft ze hem niet te vertellen dat ze een Joodse vader heeft.In 2015 zoekt Anita in Nederland hulp bij een psycholoog, omdat haar levensteeds meer beheerst wordt door angsten en somberheid. Die constateertPTSS (posttraumatische stressstoornis) en adviseert EMDR, een therapiedie vaak ingezet wordt bij trauma's. Samen met de therapeut neemt ze alleangstige situaties door die ze tijdens haar jaar in Israël heeft meegemaakt.Geloofsbeleving en haar loyaliteitsconflict met betrekking tot Israël spelendaarin ook een rol.