Tijdens zijn kinder- en jeugdjaren hoedde Jeremia de schapen van zijn vader. Hij wist niet dat God hem ertoe zou roepen herder van Zijn volk te worden.
Gods roeping drukte als een zware last op de schouders van Jeremia. Hij kon niet zwijgen. Hij gaf God's woorden van onheil aan het volk door, maar kondigde ook het nieuwe verbond aan. Jarenlang was hij gehoorzaam aan zijn roeping. Ook al luisterde niemand naar hem.