In dit boek heeft Bette Westera 47 dierenverhalen op rijm gezet. Ze vormen een humoristische kruising tussen biologie en taal, en zijn zó gelaagd dat zowel kinderen als volwassenen er plezier aan zullen beleven. Zo komt de Vlaamse gaai uit Gent, en haalt de koe 'oude koeien uit de sloot' met haar gemijmer over vroeger, toen een koe nog een koe was, en niet alleen een uier. En wat krijg je als een das verliefd wordt op een dagpauwoog? Precies, een nest vol vlugge vlinderdasjes.
De verhalen zijn trefzeker geïllustreerd door Sylvia Weve. Haar krachtige prenten, in een zeer geslaagde combinatie van technieken en al net zo gelaagd en humoristisch als de tekst, vormen de perfecte aanvulling bij de gedichten. Weves werk is, zoals Joukje Akveld in Het Parool schreef, 'gemaakt met een geniaal soort achteloosheid'.
De vormgeving is van Sabine Bockting, die in het juryrapport van de Gouden Penseel geroemd werd om haar aandeel in Boven in een groene linde zat een moddervette haan, en die voor dat boek bovendien de prijs kreeg van de jury van de Best Verzorgde Boeken 2008.