Aristoteles zei al dat niets zo menselijk is als het streven naar geluk. In onze tijd betekent dat voor veel mensen: streven naar genot. En genieten kun je pas, denken we, als je eerst voldoende bezit hebt verzameld. Tegelijk merken we dat het niet meevalt gelukkig te zijn of te worden, ook niet als je alles hebt wat je hartje begeert. Misschien moeten we weer leren om juist het ongeluk te aanvaarden? Gaat het juist om de kunst van het ongelukkig zijn? Ook als christen kun je je afvragen: in hoeverre moet ik meedoen met dit streven naar persoonlijk geluk? Is dat inderdaad wat God ons wil geven, of gaat het veel meer om de zin van het bestaan, of troost in het bestaan, dan om geluk?