Toen ik haar vond die dag, dertig jaar geleden, ligging in de natte smoezelige sneeuw, herkende ik in haar een mooie vrouw. Ik vroeg hoe ze heette.
'Plentyn tylwuth-teg, dw i'n blentyn tylwyth-teg.'
'Elfenkind, ik ben het elfenkind.' antwoorde het meisje in oud Keltische Welsch.
Haar roodblonde haar hing in natte slierten om haar gezicht. Ze was blauw van de kou en zo mager, dat haar jukbeenderen door haar wangen leken te steken.
Haar kleren waren versleten. Haar schoenen stuk.
Maar door dat alles heen zag ik dat ze mooi was. Ik keek haar aan en vond in de vreemde groene ogen iets wat ik herkende. Iets waarover ik me wilde ontfermen, iets fragiels, iets wat gebroken was.
Elfenkind is het ontroerende verhaal van Gwendelyn, een jonge vrouw die opgroeit in het oude Keltische Wales. Een land vol legenden en verhalen.
Ze is op zoek naar iets wat haar leven kan vullen. Naar iemand die haar van haar sombere karakter kan bevrijden. Haar lange en moeizame reis leidt langs de vele religieuze plaatsen die haar land rijk is. Haar zoektocht lijkt tevergeefs, totdat ze iemand ontmoet die haar ogen opent.
Een schitterend verhaal met een diepe boodschap.