'Ik ben altijd bang geweest om het complete verhaal te vertellen: het geleidelijke maar onstuitbare afglijden van een zachtaardig maar in zijn jeugd verwond man - vluchtend in het zwartste calvinisme - én het verdriet dat hij in zijn naaste omgeving veroorzaakt.Het is ook het verhaal van een grote liefde. Een man en een vrouw: de een wil overleven in het hiernamaals, de ander in het nu.' (uit een brief van de auteur aan zijn uitgever) 'Bij voortduring daalt Siebelink af in zijn verleden, om er weer uit te klimmen met de drang de keelsnoerende taferelen uit zijn jeugdjaren in het oerlandschap terug te zetten - of liever, ze daaruit te laten oprijzen, in bewoordingen die hunkeren naar de zintuiglijke souplesse van de decadenten, en tegelijk blijven tonen dat ze van oudtestamentische herkomst zijn.' - Arjan Peters, de Volkskrant