'Koningin in de nacht' van Mesu Andrews vertelt het verhaal van Mesullemet. Zij wordt op achtjarige leeftijd door haar oom Sebna naar het koninklijk paleis gehaald, als speelmaatje voor de vijfjarige Manasse. In het gezin waar ze tot dan toe opgroeide werd Jahwe aanbeden, maar Sebna aanbidt daarentegen de zon, de maan en de sterren. Al gauw doet Mesullemet hetzelfde, en Manasse met haar.
Zeven jaar later, wanneer koning Hizkia overlijdt, wordt Manasse koning en Mesullemet zijn echtgenote. De afgoderij van Manasse neemt steeds heftiger vormen aan en breekt het hart van zijn moeder. Haar woorden lijken niet tot haar zoon door te dringen... maar misschien wel tot zijn vrouw. Voor Mesullemet is dit het begin van een zoektocht naar de Jahwe die zij nooit echt gekend heeft, maar die de enige hoop vormt tijdens de donkerste dagen van Juda.